keten3

De circulaire schat van Nijmegen

Burgemeesters komen en gaan, maar de ambtsketen – een ketting zonder begin en zonder einde – blijft. Burgemeester Bruls van Nijmegen, de European Green Capital 2018, ontving op 19 januari 2018 een alternatieve ambtsketen gemaakt van herwonnen edelmetalen. Hugo ontwierp dit symbolische sieraad, voor alle inwoners van Nijmegen, om te laten zien dat we anders met afval moeten én kunnen omgaan.

Circulaire uitdagingen
In Nijmegen, verkozen tot European Green Capital 2018, staat dit jaar elke maand een groen thema centraal met bijbehorende uitdagingen. Het thema van januari draait om de transitie van onze ‘lineaire’ economie naar een circulaire economie. Hierin worden alle grondstoffen na productie en consumptie hergebruikt, zonder afval te creëren. Dit principe vormt al jaren de rode draad bij de producten van circulair ontwerper en productfilosoof Hugo. Gretig ging hij dan ook de uitdagingen rond het thema circulaire economie aan: 1) het inrichten van een ‘modelwoning circulaire economie’, 2) het maken van stadsmeubilair van oude elektronische apparaten en 3) het ontwerpen van een ambtsketen gemaakt van elektro-afval voor de burgemeester.

Verborgen schat
Weinig mensen weten van de enorme schat aan goud, zilver en andere edelmetalen die in Nijmegen verborgen ligt. In schuurtjes en op zolders moet zo’n 200.000 kilo aan afgedankte elektronische apparaten liggen. Dit elektronisch afval bestaat voor grofweg 75 procent uit waardevolle materialen, waaronder goud en zilver. Hiervan, en van oude koperen gasleidingen maakte edelsmid Els van Heijst de door Hugo ontworpen ambtsketen: schakels in de vorm van oneindigheidstekens dragen een twaalftal schijfjes. Op deze schijven graveerde Hugo met een laser voor elk van de twaalf thema’s een twitterbericht. Door de grondstoffen van de keten bewust niet te vermengen, zijn deze gemakkelijk te hergebruiken. Bij het ontwerpen van elk product – hoe waardevol ook – zou volgens Hugo eenvoudig en efficiënt hergebruik van de grondstoffen het uitgangspunt moeten zijn.

De overige 25 procent ‘echt’ afval, veelal plastic behuizingen, verdient ook een plek in de circulaire economie. Bij het Belgische recyclebedrijf ECO-oh! liet Hugo balkjes maken van het afval. Met deze profielen ontwierp hij vervolgens verschillende modulaire stadsmeubels, die dezelfde fabriek uiteindelijk weer als grondstof voor nieuwe profielen kan gebruiken. Een voorbeeld van hoe producent en consument binnen een circulaire economie de verantwoordelijkheid voor de levensloop van een product delen. De producent waarborgt de kwaliteit van het product en de gebruiker heeft er belang bij het product te laten hergebruiken. Dit principe staat ook centraal in de mede door Hugo ingerichte ‘modelwoning circulaire economie’.

Niet mengen!
Hugo’s ontwerpen dragen de boodschap uit dat het niet vermengen van grondstoffen hergebruik veel efficiënter maakt. En zij wijzen ons op de verborgen schat die onder onze neus ligt en die niet alleen te recyclen, maar ook te upgraden is naar nieuwe, hoogwaardige producten, gemakkelijk en per grondstof te hergebruiken. Op weg naar een circulaire economie stuiten we op een schat aan inzichten die misschien wel veel meer waard is, dan al het goud en zilver bij elkaar.